Het boek is geschreven voor hoofden van Groepswezens. Denk aan managers, directeuren, leraren, orkestleiders, sportcoaches, voorzitters, trainers etc. Het kader is een omgeving waarin de groep is opgericht met een functioneel doel. Geen families en vriendengroepen dus, dat is namelijk andere koek. Uiteraard is het boek ook voor leden van groepen en/of geïnteresseerden in de thematiek; de schrijfrichting en focus is alleen die van het groepshoofd. Te meer omdat diegene vaak een taak heeft die invloed heeft op de gehele groep en afgerekend wordt op de collectieve prestaties. 

Uiteraard niet. Het idee dat de groep als geheel een aparte entiteit is, wordt al eeuwenlang toegepast. In de muziek, sport, bijeenkomsten, rituelen, in de natuur. Dat we het alleen als dusdanig durven benoemen, waarnemen en ermee afstemmen is binnen organisaties niet gangbaar. We doen dit vaak wel intuïtief, maar geven hier geen woorden aan en passen ons handelen er niet op aan. Dit blijft toch vaak individueel gericht.

Het Groepswezen heeft raakvlakken met boeken en theorieën die zich richten op het collectief en de ongrijpbare componenten hierbinnen. Denk aan teamfases, systemisch werken, intuïtief leiderschap en deep democracy. Hetgeen Het Groepswezen naar mijn idee toevoegt is de rol en het gedrag van de groep als geheel binnen de taak. Het collectief is niet alleen een fenomeen dat zich voordoet en waar je als leidinggevende of groepslid mee te dealen hebt. Het is een entiteit waarmee af te stemmen is en die te voegen is naar de taak. 

Het boek bestaat uit drie delen: I Kennismaken met Het Groepswezen, II De Draai en III Foutmeldingen.

I Kennismaken met Het Groepswezen

In deel I wordt via verschillende invalshoeken beschreven hoe je Het Groepswezen kunt waarnemen, (h)erkennen en wellicht enigszins voorspellen. Per hoofdstuk wordt gekeken naar het uiterlijk, gedrag, karakter, de levensfase en taal. Door metaforen, casussen, theoretische kaders en toepassingen wordt beschreven hoe je direct kennis kunt maken met Het Groepswezen in jouw werkomgeving.

II De Draai

Nadat je uitgebreid hebt kennisgemaakt en je hebt laten opslokken door Het Groepswezen is het altijd noodzakelijk dat je een draai maakt. Je brengt jouw richting en taak in en hiermee leg je jouw individuele kaarten op tafel. Dit zorgt voor verhoogde spanning en vraagt van jou als individu dat je jezelf kent en weet hoe jij je in dit soort situaties gedraagt en verhoudt. In dit hoofdstuk wordt je langs de verschillende conflicten geleid die kunnen en zullen optreden. Want een draai maken betekent afstemmen met Het Groepswezen en dat betekent conflict. 

III Foutmeldingen

Hoewel het werken met een Groepswezen vaak grillig en hobbelig is, loopt het vaak in een soort van richting. Zeker als je met aandacht en geduld hebt kennismaakt en geen angst kent om de draai te maken. Toch kunnen gedurende het proces waarschuwingslampjes gaan branden. Het Groepswezen kan uit de bocht vliegen of fundamenteel stagneren. Het is goed om deze foutmeldingen te kunnen herkennen en pas op de plaats te maken. In dit hoofdstuk staan tien foutmeldingen beschreven vanuit de waar te nemen signalen. Als een flikkerend lampje op het dashboard van een auto. Soms moet je met Het Groepswezen even de vluchtstrook op. 

Hopelijk beschrijft het boek een invalshoek die ervoor zorgt dat je in de omgang met jouw team of groep uit een ander vat kan tappen. Dat je door een aanpassing of interruptie van jouw dagelijkse handelen Het Groepswezen scherper waarneemt. Dit zou kunnen helpen met beslissingen en werkzaamheden die gezonder zijn voor iedereen en die jou minder moeite kosten. Want je hoeft jouw energie en afstemming dan maar te richten op één iemand: Het Groepswezen. 

Eigenlijk niet. Dit boek is geschreven voor groepen die in het leven zijn geroepen met een functioneel doel. In principe zijn deze groepen niet meer levensvatbaar als het doel is behaald. Hoewel Het Groepswezen dit anders ziet en altijd wil blijven bestaan, is het in oog houden van haar eindigheid van fundamenteel belang voor het succesvol uitvoeren van de taak. Deze spanning die direct ontstaat bij haar oprichting is de kern van dit boek. Voor vriendengroepen en zeker families gelden andere uitgangspunten. Veel hiervan vormen grote overlap, maar de verschillen zijn diep gegrond en tevens precair. Dat is wel de reden waarom het voor mensen in een functionele groep vaak persoonlijk en intens voelt. Zij nemen zaken uit hun familiaire Groepswezen mee naar het werk.